Statenvertaling
Toen zeide Saul tot hem: Waarom hebt gijlieden samen u tegen mij verbonden, gij en de zoon van Isaï, mits dat gij hem gegeven hebt brood en het zwaard, en God voor hem gevraagd, dat hij zou opstaan tegen mij tot een lagenlegger, gelijk het te dezen dage is?
Herziene Statenvertaling*
Toen zei Saul tegen hem: Waarom hebt u tegen mij samengespannen, u en de zoon van Isaï, door hem brood en een zwaard te geven, en God voor hem te raadplegen, zodat hij kan opstaan als iemand die mij belaagt, zoals op deze dag?
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Daarop vroeg Saul hem: Waarom hebt gij met de zoon van Isai tegen mij samengespannen door hem brood en een zwaard te geven, God voor hem te raadplegen, zodat hij tegen mij is opgestaan en mij zoals thans geschiedt, lagen legt?
King James Version + Strongnumbers
And Saul H7586 said H559 unto H413 him, Why H4100 have ye conspired H7194 against H5921 me, thou H859 and the son H1121 of Jesse, H3448 in that thou hast given H5414 him bread, H3899 and a sword, H2719 and hast enquired H7592 of God H430 for him, that he should rise H6965 against H413 me, to lie in wait, H693 as at this H2088 day? H3117
Updated King James Version
And Saul said unto him, Why have all of you conspired against me, you and the son of Jesse, in that you have given him bread, and a sword, and have enquired of God for him, that he should rise against me, to lie in wait, as at this day?
Gerelateerde verzen
1 Samuël 22:8 | Lukas 23:2 - Lukas 23:5 | Amos 7:10 | Psalmen 119:69